
Een brand op de werkvloer heeft vaak grote gevolgen – voor medewerkers, materieel én de continuïteit van je bedrijf. Gelukkig kun je als werkgever veel doen om het risico op brand te beperken. In deze uitgebreide blog lees je hoe je met vijf praktische brandpreventietips, slimme investeringen en bewustwording binnen je organisatie een brandveilige werkplek creëert. Van het opstellen van een brandpreventieplan tot het trainen van je personeel: ontdek hoe je brandveiligheid echt kunt laten leven binnen je bedrijf.
Brandpreventie op de werkvloer – 5 tips
Brand op de werkvloer? Dat wil je koste wat het kost voorkomen. Gelukkig kun je als werkgever veel doen om brandrisico’s te beperken. In deze blog vijf praktische én direct toepasbare brandpreventietips die bijdragen aan een veilige werkplek. Of je nu werkt in een kantoor, magazijn of werkplaats – met deze tips verklein je de kans op brand aanzienlijk.
Brandpreventie in beeld
Een branddeken in rode verpakking naast een duidelijk brandblusserbord laat zien hoe belangrijk zichtbare brandveiligheid is. Zeker in magazijnen met veel materialen helpt duidelijke signalering om snel en doeltreffend te handelen bij een beginnende brand..
1. Breng de risico’s in kaart
Brandpreventie begint met een goede inventarisatie van de risico’s. Wanneer je weet waar de risico’s liggen, kun je passende maatregelen nemen. Onderzoek welke risico’s op brand er zijn binnen je bedrijf, kijk naar de verschillende ruimtes en werkzaamheden. Deze eerste stap helpt je om gericht te investeren in brandveiligheid.
2. Maak een goed brandpreventieplan
Een brandpreventieplan is essentieel. Dit document – onderdeel van de RI&E en het BHV-plan – bevat een overzicht van risico’s, preventieve maatregelen en een stappenplan voor als er brand uitbreekt. Zo weet iedereen wat te doen in een noodsituatie.
3. Investeer in de juiste brandpreventie middelen
Ook al werk je veilig, er kan altijd iets misgaan. Zorg dus voor goede rookmelders, brandblussers, brandslanghaspels en een betrouwbare brandmeldinstallatie. Laat deze middelen regelmatig controleren om hun werking te garanderen. Een veilige werkplek begint bij goed onderhoud.
4. Leid medewerkers op
Volgens de wet moet je voldoende BHV’ers in dienst hebben. Zij zijn getraind in het herkennen en blussen van beginnende branden. Overweeg daarnaast om iemand op te leiden tot beheerder brandmeldinstallatie (BBMI), zodat het beheer professioneel is geregeld.
5. Denk logisch na en neem geen onnodige risico’s
Brandpreventie vraagt ook om gezond verstand. Laat bijvoorbeeld geen opladers onbeheerd achter en voorkom overbelasting van stekkerdozen. Maak medewerkers bewust van gevaren en investeer in VCA-certificering en toolboxmeetings over brandveiligheid. ARBO centrum biedt ondersteuning met trainingen en oefeningen.
Plan een brandveiligheid of BHV training
Zorg dat brandveiligheid leeft in het bedrijf
Kennis is macht – ook als het gaat om brandveiligheid. Medewerkers die goed zijn opgeleid en bewust zijn van de risico’s, kunnen veel veiliger werken. Zorg er dus voor dat brandveiligheid een onderwerp is dat leeft binnen je organisatie. Door alertheid en bewustwording kunnen veel incidenten worden voorkomen. Een bedrijfscultuur waarin veiligheid prioriteit heeft, maakt het verschil.
Stel een preventiemedewerker aan
Bedrijven met 25 of meer medewerkers zijn verplicht om een preventiemedewerker aan te stellen. Toch is dit ook voor kleinere bedrijven een waardevolle toevoeging. Een preventiemedewerker houdt dagelijks zicht op de veiligheidssituatie binnen het bedrijf, inclusief brandveiligheid. Kleine signalen kunnen grote risico’s vermijden. Een kritische blik maakt het verschil tussen een veilige en risicovolle werkplek.
Zorg dat je een beheerder brandmeldinstallatie hebt
Een brand voorkomen lukt niet altijd. Een uitslaande brand wél. Daarom is snel en correct handelen essentieel. Een beheerder brandmeldinstallatie (BBMI) zorgt voor een goede afhandeling bij een melding van brand en schakelt hulpdiensten in wanneer nodig. In combinatie met goed opgeleide BHV’ers die snel kunnen ingrijpen, verhoog je de brandveiligheid op de werkvloer aanzienlijk.
Maak je pand brandveilig
De veiligheid van je medewerkers staat voorop. Zeker bij brand telt elke seconde. Zorg ervoor dat je bedrijfspand voldoet aan alle brandveiligheidseisen. Sommige panden hebben een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik nodig. Deze vraag je aan bij de gemeente. In de vergunning staan eisen over vluchtwegen, brandblussers en noodverlichting.
Informeer je personeel over het ontruimingsplan
Een goed bedrijfsnoodplan is cruciaal. Werknemers moeten weten wat ze moeten doen bij brand of andere calamiteiten zoals een gaslek. Leg daarom het ontruimingsplan goed uit. Zorg dat duidelijk is hoe men het gebouw moet verlaten, waar blusmiddelen te vinden zijn en hoe ze te gebruiken.
Vluchtwegen en noodverlichting
- Houd vluchtwegen vrij van obstakels.
- Nooduitgangen moeten van binnenuit zonder sleutel te openen zijn.
- Noodverlichting moet functioneren bij stroomuitval en de juiste vluchtroute aanduiden.
- Controleer verlichting regelmatig conform NEN-EN 1838.
Soorten noodverlichting
- Vluchtwegverlichting: Gaat branden bij stroomuitval en wijst de weg naar buiten.
- Vluchtrouteaanduiding: Brandt permanent met pictogrammen richting de uitgang.
- Anti-paniekverlichting: Gaat aan om verwarring en paniek te voorkomen.
- Noodverlichting bij risicovolle werkplekken: Voor gecontroleerde afsluiting van processen.
Controle van brandblussers en slanghaspels
Brandblussers moeten maandelijks visueel gecontroleerd worden door medewerkers. Daarnaast is periodiek onderhoud door een monteur verplicht: wettelijk minstens elke twee jaar, maar vaak jaarlijks aanbevolen door de fabrikant of verzekering. Sprayblussers tot 1 liter hebben een houdbaarheidsdatum en vallen hier niet onder.
Brandveiligheidstraining voor personeel
Brandveiligheidstrainingen zijn essentieel voor een goede voorbereiding. Denk aan het voorkomen van brandgevaar door opladers of apparatuur. ARBO centrum helpt je met praktijkgerichte trainingen op maat. Zo weet je zeker dat jouw team veilig de werkvloer op kan.
Veelgestelde vragen (FAQ)
1. Is een brandpreventieplan verplicht?
Ja, het brandpreventie plan maakt deel uit van de RI&E en het BHV-plan. Het helpt risico’s op brand te beheersen en de veiligheid te waarborgen.
2. Hoe vaak moeten brandblussers worden gecontroleerd?
Brandblussers moeten maandelijks visueel gecontroleerd worden en jaarlijks (of volgens de richtlijnen van fabrikant/verzekering) door een erkend onderhoudsbedrijf.
3. Is noodverlichting verplicht op de werkvloer?
Ja. Volgens de Arbowet, het Bouwbesluit en de NEN-EN 1838 norm is noodverlichting wettelijk verplicht op werkplekken waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan bij stroomuitval.
4. Hoeveel BHV’ers zijn er nodig binnen een organisatie?
Het aantal BHV’ers is afhankelijk van de grootte van het bedrijf, het soort werkzaamheden en het aantal aanwezigen. Minimaal één per 50 personen wordt geadviseerd.
5. Waar kan ik een brandveiligheidstraining boeken?
Bij ARBO centrum kun je praktijkgerichte brandveiligheidstrainingen boeken, afgestemd op jouw bedrijfssituatie.
6. Wanneer is een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik nodig?
Een omgevingsvergunning is nodig bij bepaalde risicoprofielen, bijvoorbeeld bij slaapaccommodaties of veel personen tegelijk. Check dit bij je gemeente.
7. Wat moet er in een ontruimingsplan staan?
Een ontruimingsplan beschrijft vluchtroutes, verzamelplaatsen, gebruik van blusmiddelen en verantwoordelijkheden van medewerkers. Regelmatige oefening is noodzakelijk.
8. Hoe vaak moet je een ontruimingsoefening houden?
Minstens één keer per jaar. Bij verhoogde risico’s of personeelwissels is vaker oefenen aan te raden.
9. Moet elk bedrijf elke ruimte voorzien van blusmiddelen?
Niet elke ruimte, maar risicovolle gebieden zoals keukens, serverruimtes en opslagplaatsen wel. Een expert kan hierbij helpen.
10. Wat is het verschil tussen een rookmelder en brandmeldinstallatie?
Een rookmelder waarschuwt lokaal. Een brandmeldinstallatie detecteert brand, stuurt meldingen door en is verplicht in grotere panden.